Op het moment dat je naar een nieuwe woning of een nieuw bedrijfspand gaat verhuizen, dan is de verlichting één van de zaken die geregeld moet worden. Ook als je een ruimte opnieuw gaat inrichten, is het belangrijk om goed na te denken over de manier waarop je de verlichting voortaan wilt regelen. Het opstellen van een lichtplan kan je helpen bij het concretiseren van je abstracte ideeën en geeft je daarnaast houvast bij het uitvoeren van je plan.
Hoewel je een professioneel lichtplan kunt laten opstellen door gespecialiseerde bedrijven, kun je een dergelijk plan vaak ook prima zelf maken als het slechts een kleine ruimte betreft en je verder niet aan specifieke wetgeving hoeft te voldoen. Op het moment dat het een bedrijfspand betreft, dan moet je mogelijk wel rekening houden met de wetgeving. In dit geval is het wel aan te raden om het lichtplan samen met een gespecialiseerd bedrijf op te stellen.
Ben je benieuwd wat er nodig is om een lichtplan te maken en hoe je zelf direct aan de slag kunt met het opstellen van een lichtplan? We hebben een handig stappenplan voor je gemaakt!
De eerste stap is het maken van een (ruwe) schets van de ruimte. Het belangrijkste doel van het maken van deze schets is het in kaart brengen van de huidige indeling van de ruimte. Op basis hiervan kun je namelijk goed bepalen op welke plekken in de ruimte je verlichting wilt hebben. Geef de plekken waar je graag verlichting wilt hebben ook goed aan op de schets. Heb je een ruwe schets gemaakt? Dan kun je verder met de tweede stap!
De volgende stap is het bepalen van de aansluitpunten in de ruimte. Je hebt in de vorige stap bepaald op welke plekken je graag verlichting wilt hebben. In deze stappen is het belangrijk om te kijken of dit met de huidige aansluitpunten haalbaar is, of dat er nieuwe aansluitpunten moeten worden gecreëerd.
Markeer de huidige aansluitpunten in de ruimte op de schets. Kun je jouw lichtplannen realiseren met de huidige aansluitpunten? Dan kun je direct doorgaan met de volgende stap. Kom je tot de realisatie dat je aanvullende aansluitpunten moet creëren? Dan is het belangrijk om hier separaat van je lichtplan een plan voor te maken.
De derde stap is het bepalen van de lichtsterkte en de lichtkleur van de lampen. Je weet bij deze stap al precies op welke plekken in huis je verlichting wilt hebben. Nu is het tijd om te bepalen hoe sterk de verlichting moet zijn en welke lichtkleur jouw voorkeur heeft. De lichtsterkte wordt uitgedrukt in Lumen en de lichtkleur in Kelvin.
In bedrijfspanden wordt vaak gekozen voor een koele lichtkleur van ongeveer 6000 Kelvin, terwijl je in een woning het best voor een lichtkleur van 2800 Kelvin kunt kiezen. Hoeveel Lumen en Kelvin de verlichting precies moet worden is erg afhankelijk van het type ruimte, de indeling ervan en je smaak. Een ruimte met donkere muren vraagt bijvoorbeeld om een hogere lichtsterkte dan een lichtgekleurde ruimte.
Nu je weet op welke plekken je verlichting wilt hebben, hoe je dit kunt aansluiten en wat de lichtsterkte en lichtkleur moet worden, is het tijd om te bepalen wat voor functie de verschillende lampen krijgen. Hierbij maken we onderscheid tussen functionele verlichting en sfeerverlichting.
Het is belangrijk om te beginnen met het bepalen van de functionele lichtbronnen (dit zijn vaak plafondlampen en hanglampen met een hogere lichtsterkte) en vervolgens te bepalen welke sfeerverlichting hier het best bij past. Onder sfeerverlichting worden vaak wandlampen, tafellampen, vloerlampen en LED strips verstaan.
Zoals de naam het eigenlijk al zegt, is het doel van sfeerverlichting om meer sfeer aan de ruimte te geven. Om te voorkomen dat sfeerverlichting ook een functioneel doel gaat dienen, moet je naast de sfeerlichting voor voldoende functionele verlichting in je huis zorgen.
Geen reacties gevonden.
© 2013 - 2024 - Groenovatie B.V. | Alle prijzen op onze webshop zijn incl. BTW en recyclingbijdrage.